banner3 banner4 banner5 banner2 banner1
 

  • Leerproblemen: lees-, schrijf- en rekenproblemen
    Kinderen en jongeren met een leerprobleem zijn niet dom. Ze hebben meestal een normale intelligentie. Wel kan het proces om tot vlot en vloeiend lezen, spellen en/of rekenen te komen, moeizaam verlopen. Bij rekenproblemen kunnen kinderen en jongeren moeite hebben met specifieke rekenvaardigheden zoals hoofdrekenen, getallenkennis, meetkunde en/of metend rekenen.

    Wanneer leerproblemen na een periode van intensieve therapie (minimaal 6 maanden) niet voldoende verbeteren, kan er sprake zijn van een leerstoornis. Dyslexie, dysorthografie en dyscalculie zijn diagnoses die vaak gesteld worden. Toch is het belangrijk niet te snel te panikeren. Niemand is gebaat bij het te snel stellen van een diagnose. Het is essentieel om eerst goed na te gaan of er wel degelijk sprake is van een stoornis.
  • Vertraagde taalontwikkeling, taalproblemen bij meertaligheid, taalproblemen binnen het kader van een autismespectrumstoornis en taalstoornissen of dysfasie
    Wanneer een kind een achterstand in zijn taalontwikkeling heeft ten opzichte van leeftijdsgenoten, spreekt men van een vertraagde taalontwikkeling. Dat kan betekenen dat het kind niet tot spreken komt, over een arme woordenschat beschikt, spontaan weinig vertelt, geen mooie zinnen bouwt, geen opdrachten begrijpt, woorden verkeerd vervoegt en verbuigt, … Zijn taalontwikkeling komt met andere woorden overeen met die van jongere kinderen. Pas na intensieve logopedische therapie kan blijken of er sprake is van een ontwikkelingsdysfasie of taalontwikkelingsstoornis. Daarnaast kan de taalontwikkeling het gevolg zijn van een verstandelijke beperking, een autismespectrumstoornis, een gehoorstoornis, onvoldoende taalaanbod enzovoort.
  • Vertraagde spraakontwikkeling en (fonetische of fonologische) articulatiestoornissen
    Een kind kan in zijn spraakontwikkeling duidelijk achter zijn ten opzichte van leeftijdsgenoten. In dat geval gaat het om een vertraagde spraakontwikkeling. Vaak komt die voor in combinatie met een vertraagde taalontwikkeling. Dan is er sprake van een vertraagde spraak- en taalontwikkeling. Die kan een voorloper van een latere leerstoornis (lees- en/of spellingstoornis) zijn. Een degelijke opvolging en behandeling door een logopedist zijn dan essentieel.

    Regelmatig spreken kinderen één of meerdere spraakklanken foutief of nog niet uit. In dat geval spreekt men van een enkelvoudige of fonetische articulatiestoornis. Het kan zowel om een weglating, vervanging of vervorming van één of meerdere klanken gaan. Zo heeft iedereen wel eens een kleuter met een foutieve uitspraak van de [s] of een afwezige articulatie van de [r] of [l] gehoord. Wanneer een kind meerdere klanken weglaat, vervangt of vervormt, spreekt men van een meervoudige of fonologische articulatiestoornis. Daardoor is het kind doorgaans moeilijk(er) verstaanbaar.

    Ook volwassenen kunnen een foutief articulatiepatroon hebben. Denk maar aan een snel spreektempo, een slordig en onafgewerkt articulatiepatroon, een onvoldoende pittige articulatie van bepaalde medeklinkers (bv. t, k en p) enzoverder.
  • Afwijkende mondgewoonten (duimzuigen, vingerzuigen, bijtgewoonten, mondademen, foutief slikpatroon)
    Mondademen, duim- en vingerzuigen en bijtgewoonten zoals vinger-, nagel- en lipbijten, klemmen en knarsen zijn voorbeelden van afwijkend mondgedrag. De impact ervan is groot. Enerzijds kan een articulatiestoornis (slissen of lispelen) ontstaan. Anderzijds kunnen een afwijkend slikpatroon, tongpersen of kaakgewrichtsproblemen ontstaan. Afwijkende mondgewoonten gaan vroeg of laat gepaard met gebitsafwijkingen. In dat geval is een samenwerking tussen de logopedist en de tandarts/orthodontist essentieel.